Blog Layout

Chris Develing • dec. 17, 2022

Waarom zijn sommige influencers opeens positief over de islam?

"Zou er meer mee gemoeid kunnen zijn dan we op het eerste oog zien?"

De laatste tijd valt het op hoeveel invloedrijke mensen tot de islam bekeren of positief beginnen te spreken over de religie. Op het eerste oog is daar niets vreemds aan. Mensen bekeren zich aan de lopende band, of het nu om een religie gaat of om een andere kijk op het leven. Maar in deze gevallen wordt er bijzonder veel commerciële aandacht aan besteed. Zou er meer mee gemoeid kunnen zijn dan we op het eerste oog kunnen zien?


Een internationale trend


Andrew Tate is misschien wel het bekendste voorbeeld. De rijke influencer was ooit vrij kritisch op de islam. Zo noemde hij de leden van IS de ware moslims, omdat alles wat zij doen in de Koran zou voorkomen. Later werd hij juist positief, door onder meer te stellen dat de islam de enige religie is die de moderne tijd zal overleven. Daarbij maakte hij duidelijk dat zijn steun aan een religie strategisch wordt bepaald, aangezien hij tot dan altijd veel geld zei te schenken aan de Orthodoxe kerk in Roemenië omdat deze volgens hem zo machtig is. Weer een poos later kwam het nieuws dat hij is bekeerd tot de islam. Vervolgens was hij veel te zien in rijke Arabische landen waar hij belangrijke mensen ontmoette.


In Nederland kenden we de gevallen van Arnoud van Doorn en Joram van Klaveren al. Beiden waren ooit onderdeel van de PVV en hadden derhalve veel kritiek op de islam. Dat veranderde door ervaringen met moslims en een studie naar de religie, zo vertelden ze. Ook zij waren na hun bekering overigens veel te zien in Saudi-Arabië waar veel deuren voor ze open leken te gaan tot aan 'het hoogste niveau'. Dit kan te maken hebben met hun bijzondere bekeringsverhaal, maar er kan ook iets anders aan de hand zijn. Meer recent zagen we een soortgelijke verandering bij weer een andere influencer. Donny Roelvink vond naar eigen zeggen rust bij de islam na een afgrijselijk ongeluk. Zijn broer Dave verdiept zich nu ook in de Islam.


Hoe komt het dat mensen met veel invloed opeens de islam omarmen en hier op vele plekken mee promoten? Het korte antwoord is dat niemand dat weet behalve deze mensen zelf. Er is dan ook veel voor te zeggen om hun getuigenis gewoon voor waar aan te nemen. Normaal gesproken zou het ook nogal complotterig zijn om überhaupt al te denken aan een ander scenario dan een oprechte interesse of bekering richting een godsdienst. Maar de islam zou de islam niet zijn als daar niet toch een aantal theologische nuances bij gemaakt konden worden.


De islam koopt al eeuwen invloed


Binnen de islam heb je voor bijna alles regels. Van hoe je naar het toilet moet tot welke mouw van je trui het eerst moet worden aangetrokken. Zo zijn er ook regels die vertellen wie er allemaal geld mogen ontvangen vanuit de islamitische fondsen. De zakatbelasting, die iedere moslim moet afdragen, moet volgens de Koran worden uitgegeven aan zo’n acht categorieën van ontvangers, zo lezen we in Soera 9 vers 60. De meeste mensen denken dat het alleen naar de armen gaat, maar in werkelijkheid gaat het ook naar de hulpbehoevende reiziger, de mensen die de zakat innen, om slaven vrij te kopen, et cetera.


Eén van de minst bekende categorieën is de groep die wordt aangeduid met de term mu’allafat qulubuhum oftewel: zij wiens harten verzoend worden. Dit zijn doorgaans niet-moslims die geld of giften mogen ontvangen als redelijkerwijs mag worden verwacht dat dit het laatste duwtje is waarmee ze de islam betreden. Dat niet alleen, het kan ook gaan om mensen die kritisch spreken over de islam. Om het imago van de islam te bewaken mogen ook die mensen giften ontvangen zodat zij stoppen met hun aanvallen op de islam.


De theologische bronnen


Dit zijn uiteraard niet mijn eigen verzinsels bij een wat vage term uit de Koran. Primaire theologische bronnen binnen de islam spreken met enige regelmaat over dit fenomeen. Zo is er de hadith-literatuur, waarin het leven en de uitspraken van Muhammad en zijn metgezellen zijn gedocumenteerd. Daarin treffen we aan hoe Muhammad goud gaf aan niet-islamitische legerleiders die onderdeel uitmaakten van zijn militaire alliantie. In de overlevering lezen we dat bepaalde moslims hier met argusogen naar keken en verhaal haalden bij Muhammad. De vermeende profeet liet daarop weten dat hij ‘hen geeft om hun harten aan te trekken voor de islam’.


Dit verhaal wordt bevestigd in de beroemde historie van Al Tabari1 waarin staat dat Muhammad giften schonk aan mensen van een bepaalde status om hun harten voor zich te winnen. Hierdoor wordt duidelijk dat mensen met veel invloed een bewuste doelgroep waren voor Muhammad.


Waarom dat is wordt vervolgens weer duidelijk in de oudste biografie over zijn leven, waar we lezen dat ‘de Apostel giften gaf aan zij wiens harten moesten worden gewonnen, met name de leiders van het leger, om hen voor zich te winnen en via hen hun volkeren.’2


Wanneer is het omkoping?


Voor mensen die al wisten dat de islam een duidelijk politiek component bevat is dit misschien niet zo’n verrassing. Het is zelfs gewiekst om de invloed van je eigen staat te vergroten door ervoor te zorgen dat invloedrijke mensen zich erbij aansluiten. Dankzij de bekering van deze mensen zouden nog veel meer mensen de stap maken om zich bij de islamitische staat aan te sluiten, zo was de verwachting.


De vraag is in hoeverre dit omkoping betreft. Bij omkoping gaat het om een transactie waarmee wordt verwacht dat de ontvangende partij iets doet of juist laat dat diegene normaliter anders zou doen. Niet duidelijk is of de ontvangende partij ook op de hoogte moet zijn van de intenties van de giftgever. Puur op basis van die motivatie zou je wat mij betreft kunnen spreken van een poging tot omkoping. Het gaat de persoon immers niet om een oprechte bekering van zijn doelwit maar om het vergroten van de invloed van de islam. Dat blijkt ook de uitleg van veel geleerden, zoals Ibn Rushd en anderen, die stellen dat deze categorie van zakat-ontvangers vervalt zodra de islamitische staat weer sterk is en dit soort zaken niet nodig heeft om invloedrijk te zijn.


Niet-moslims die al positief zijn over de islam kunnen dus een gift ontvangen om het laatste duwtje te geven waardoor de islam eigenlijk onweerstaanbaar wordt. Dit hoeven overigens niet altijd rijke mensen te zijn met invloed. Het geld mag ook naar mensen gaan die in financiële nood zitten. Dit kun je echter geen oprechte liefdadigheid meer noemen, als de keuze voor iemand die hulp ontvangt, afhangt van de waarschijnlijkheid dat deze persoon bekeert tot de islam.


Het afkopen van islamkritiek


Volgens de beroemde Egyptische geleerde Al Qaradawi is het ook mogelijk om mensen giften te geven zodat ze hun kritiek op de islam inslikken of om positief te spreken over de islam. Ook de Pakistaande geleerde Maududi schreef hier heldere taal over in zijn exegese van Soera 9 vers 60. Een soortgelijk oordeel treffen we aan in de werken van Al-Mawardi en Salih al Fawzan. Hiervoor baseren ze zich op hadithbronnen waarin mensen aan Muhammad vroegen om iets te mogen ontvangen voor hun bekering. Soms zeiden ze erbij dat ze slecht over de islam zouden praten als ze niets zouden krijgen.3


Op basis van die voorbeelden geloven deze geleerden dat je mensen ook pro-actief mag benaderen om te stoppen met het lasteren van de islam. Het is moeilijk te ontkennen dat het hierbij gaat om omkoping, in elk geval wanneer beide partijen volledig begrijpen wat ze van elkaar willen.


Vooral moslims kunnen dit lastig tegenspreken, omdat zij doorgaans wel erkennen dat het omkoping was toen Muhammad een soortgelijk voorstel kreeg van de Quraish.4 Deze afgodendienaren waren Muhammads gepreek zat en waren bereid hem rijk te maken als hij maar zou stoppen met het beledigen van hun goden en het belachelijk maken van hun levensstijl. Het geven van giften zodat mensen stoppen met het aanvallen van de islam is uiteraard precies hetzelfde.


Vandaag de dag zijn er vele soorten mensen met invloed. Denk daarbij zeker niet alleen naar de YouTubers en bekendheden, die ons gemakkelijk in het oog springen. Ook politici op zowel nationaal als internationaal niveau hebben op hun manier veel invloed waardoor ze kunnen vallen onder de doelgroep van mensen wiens harten verzoend kunnen worden, bijvoorbeeld door voor de islam en moslims gunstige stemmen uit te brengen.


The National Zakat Foundation


The National Zakat Foundation is een internationale stichting die zakat collecteert onder moslims om deze vervolgens op de islamitische manier uit te geven. De veelgeprezen Amerikaanse imam Zaid Shakir is verbonden aan de stichting en legt in een video uit welke groepen mensen in aanmerking komen voor het ontvangen van zakat. De meeste tijd besteed hij aan de groep die we hier bespreken.


Voor de uitleg dat het hierbij kan gaan om mensen die een laatste duw nodig hebben om de islam te aanvaarden, schetst hij een scenario waarin mensen door een orkaanramp hulpbehoevend zijn geworden. Vervolgens komt de nationale zakat stichting ze geld brengen, waarna ze zouden beseffen dat de islam een prachtige religie is en de bekering een feit wordt. Ook legt hij uit dat het geld kan worden uitgegeven aan mensen die de islam of moslims schade berokkenen. Hier ziet u een foto van oud-PVV’er Joram van Klaveren samen met Zaid Shakir tijdens een islamitisch evenement.


Wat zeggen de geleerden?


Ook een rondje langs de fuqaha, oftewel de juristen van de islam, laat zien dat deze lezing van de bronnen altijd al wijdverspreid moet zijn geweest. Neem een Maliki-jurist als Ibn Rushd, de Shafi’i-juristen Al-Mawardi en Al-Nawawi, de Hanbali-jurist Salih al Fawzan en uiteraard de hedendaagse Al-Qaradawi. Allemaal erkennen ze de legitimiteit van deze praktijk.


Wel zijn er binnen de islam een paar meningsverschillen. Zo zijn sommige geleerden van mening dat deze doelgroep niet mag ontvangen uit de zakat-fondsen maar uit andere ‘potjes’. En op het eerste oogt lijkt er een verschil van mening te bestaan over de geldigheid van deze betalingen in deze tijd. Een enkele geleerde zou hebben beweerd dat het alleen gold in de tijd van Muhammad, aangezien zijn opvolgers deze praktijk hebben afgeschaft. Dit omdat Umar volgens de bronnen het volgende zou hebben gezegd:

 

‘Het klopt dat de Boodschapper van Allah (p) jullie gaf om jullie te verzoenen met de Islam, maar vandaag de dag heeft Allah zijn religie versterkt. Als je bij de islam blijft (dan is alles goed) maar als je dat niet doet, dan is er niets tussen ons behalve het zwaard.’5


De context hiervan betreft een weigering van bepaalde moslims om zakat te betalen omdat dit zou zijn afgesproken met Muhammad. Umar geeft aan dat ze van deze islamitische verplichting waren gevrijwaard toen Muhammad dat nuttig achtte om hun harten te verzoenen. Maar nu de islam sterk is, geldt dit niet langer en zullen ze aan hun islamitische plicht moeten voldoen. Zo niet, dan volgt het zwaard, zo luidt de bedreiging. Dat laatste onderstreept weer eens hoe er in de islam door de staat kan worden bepaald dat individuele moslims afvallig zijn geworden én vervolgens te maken krijgen met fysieke vervolging.


Hoe dan ook, deze overlevering maakt volgens onder meer Al Qaradawi duidelijk dat de mu’allafat qulubuhum wel degelijk een geldige doelgroep is voor het ontvangen van zakat, zolang de islam niet in een sterke positie staat. Wanneer de islam sterk genoeg is, vervalt deze categorie inderdaad, hetgeen eens te meer aantoont dat het geven aan deze doelgroep niets te maken heeft met liefdadigheid en alles met de versteviging van de islam. Imam Zaid Shakir, van de nationale zakat stichting, geeft dan ook aan dat de islam in deze tijd zwak is, waardoor deze doelgroep weer giften mag ontvangen.


Disclaimer


Voor de duidelijkheid: ik zeg niet dát de Roelvinkjes, Andrew Tate en anderen zijn omgekocht of werden gepaaid met geld om positiever te spreken over de islam en zich eventueel te bekeren. Maar voor een eerlijk en volledig beeld dient te worden erkend dat de mogelijkheid dat het wél zo is in elk geval niet on-islamitisch hoeft te zijn.


Voetnoten


1 Tabari, History of al-Tabari, volume 9, vertaling van Ismail K. Poonawala, p. 31
2 Ibn Ishaq, Sirat Rasul Allah – The Life of Muhammad, vertaling van A. Guillaume, p. 594
3 Al-Qaradawi, Yusuf; ‘Fiqh al Zakah’; Volume II, vertaald door Monzer Kafh; ‘Scientific Publishing Centre King Abdulaziz University, Jeddah, Kingdom of Saudi-Arabia (2000), p. 33-34
4 Sira Ibn Hisham, biography of the Prophet, vertaald door Inas A. Farid, Al-Falah Foundation, p. 48 en 50
 
5 Al Qaradawi, p. 36


Overige gebruikte bronnen


Sahih Bukhari Volume 4, Book 55, Hadith Number 558
Ibn Rushd, Bidayat Al-Mujtahid, Volume 1, vertaald door professor Imran Ahsan Khan Nyazee, p. 320
Al-Mawardi, Al-Ahkam As-Sultaniyyah, The Laws of Islamic Governance, vertaling Asadullah Yate PhD, p. 181
Al-Nawawi, Minhaj et Talibin; a manual of Muhammadan law according to the school of Shafi, vertaald door L.W.C. van den Berg en E.C. Howard, p. 277
Al-Fawzan, Salih, Dr.; ‘A Summary of Islamic Jurisprudence, Volume I, special Edition for Al-Daawah Foundation’; Al-Maiman Publishing House, Saudi Arabia; p. 363

door Chris Develing 08 feb., 2024
Waarom zou je een kind nieuwsgierig willen maken naar het geslachtsdeel van een volwassene? FunX vindt dit blijkbaar geen probleem.
door Chris Develing 29 dec., 2023
Herziening van de discussie rondom NRC’s feitencheck: “Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan Afrikaanse slaven in de VS” (uitgebreide versie) De afgelopen jaren was er veel te doen over het artikel ‘NRC checkt: ‘Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in de VS’’. NRC concludeerde dat deze uitspraak, van de Amerikaanse geleerde Thomas Sowell, ‘waar’ is. Later werd dat gerectificeerd, na venijnig commentaar van twee Nederlandse historici. Het NRC zou volgens hen nepgeschiedenis in stand houden. Maar bij het lezen van alle betrokken stukken viel mij juist iets anders op: de historici zijn gekleurd in hun mening en plegen roofbouw op de geschiedenis. De aanleiding voor de controverse was een zorgvuldig betoog van Sowell, waarin de Afro-Amerikaanse geleerde waarschuwt voor het selectief filteren van historische feiten. Dat kan namelijk eenzijdige analyses in de hand werken, zoals het idee dat er maar één soort geïnstitutionaliseerde slavernij bestond: die door Europeanen en Amerikanen, met de Afrikaan uitsluitend als slachtoffer. Zijn uitspraak over witte slaven, die dankzij zo’n selectieve filtering door scholen en media in de vergetelheid zijn geraakt, moet dan ook worden gezien als een oproep tot meer balans in ons historisch perspectief. Misvattingen en misrepresentaties De wisselwerking tussen NRC en de historici is helaas erg slordig. Dat begon al bij de titel van het oorspronkelijke artikel. Het citaat dat NRC checkt betreft namelijk een ongelukkige vertaling van de daadwerkelijke uitspraak. Volgens de krant zou het gaan om de uitspraak "Meer Europese slaven in Noord-Afrika dan zwarte slaven in Noord-Amerika". Maar Sowell schreef in het bewuste artikel het volgende: "Just as Europeans enslaved Africans, North Africans enslaved Europeans - more Europeans than there were Africans enslaved in the United States and in the 13 colonies from which it was formed." Als eerste valt op dat NRC over "zwarte" slaven spreekt tegenover "Europese" slaven. De altijd zorgvuldige Sowell houdt de categorische balans wel in evenwicht, door te spreken van Afrikaanse en Europese slaven. Maar het gaat vooral mis bij de vertaling van het woord "enslaved". Doorgaans verwijst dit woord naar het proces van ontvoering en tot slaaf maken van een eerste generatie slaven. Na ruggespraak met een kennis, een Amerikaanse kruistochten historicus, werd dit nog eens bevestigd. En mocht dat niet voldoende overtuigen, dan hebben we nog het boek waarin Sowell ditzelfde argument op een meer eenduidige manier verwoordde: In 'Intellectuals and Race', hoofdstuk 7, schreef Sowell het volgende: "Pirates alone transported a million or more Europeans as slaves to the Barbary Coast of North Africa - at least twice as many European slaves as there were African slaves transported to the United States and to the thirteen colonies from which it was formed." Dit citaat maakt duidelijk dat het Sowell te doen was om het ontvoeren en transporteren van slaven en niet de eventuele latere groei van de slavenpopulatie. Dat is begrijpelijk als je beseft dat het al dan niet bestaan van een natuurlijke groei van de slavenpopulatie niet zomaar kan worden aangenomen als een meer positief of negatief kenmerk van het betreffende slavernijsysteem. Toch wilden de Nederlandse historici, die Sowells onderscheid wel leken te begrijpen, inzoomen op de totale aantallen. Hiermee lieten ze mogelijk blijken dat ze het betoog van Sowell niet op waarde hadden geschat. Onterechte rectificatie Voor de duidelijkheid: Sowells bewering was wel degelijk correct: Meer Europeanen werden in de periode 1500-1900 naar Noord-Afrika ontvoerd dan Afrikanen naar de toenmalige dertien koloniën van de VS. Beide slavenaantallen zeggen iets over de mate van import naar beide regio’s. Het is een legitieme stelling en zeker geen misleiding, zoals de historici lijken te stellen. Het feit dat NRC op 7 december 2017 opeens beweerde dat Sowells bewering toch onjuist is, kon dan ook alleen maar hout snijden als ze zijn uitspraak vermaakten tot een stroman: "...dat er meer Europeanen tot slaven werden gemaakt in Noord-Afrika dan dat er zwarte slaven waren in de latere Verenigde Staten". Wederom val ik over de categorische verschuiving van Afrikanen naar zwarten tegenover de Europeanen, maar ze schrijven ook ten onrechte dat Sowell over totalen sprak. Om te begrijpen waarom Sowell dat niet deed en specifiek doelde op eerste-generatieslaven binnen een specifieke tijdspanne, moet men begrijpen wat hij beoogde met zijn artikel. De enige “misleiding” van Sowells kant is de vermoedelijk bewuste selectie van twee willekeurige rassenverhoudingen en gebieden waarmee hij, al spiegelend, wijst op zijn rode draad: spelen met historische feiten kan ieder politiek doel dienen. Sowell weet natuurlijk dat beide aantallen slechts een beperkt onderdeel waren van twee systemen met een immense geografische en numerieke omvang. De relatief korte tijd waarin de trans-Atlantische slavernij miljoenen Afrikanen onderwierp, getuigt van haar groteske aard. Onder de streep ontloopt de Arabische slavenexport haar echter nauwelijks, mede omdat deze veel langer heeft geduurd. Alleen al in de negentiende eeuw werden twee miljoen zwarte Afrikanen geëxporteerd naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Foute herberekening Hoewel de hele discussie tussen NRC en de historici gebaseerd was op wederzijdse misverstanden met betrekking tot Thomas Sowells werk, wil ik hun verdere "openbare dialoog" toch graag bespreken, omdat de geuite moeite met Sowells uitspraak interessante denkbeelden lijkt te onthullen. Zo was er de opmerkelijke herberekening van de (totale) slavenaantallen. Zomaar werd het Amerikaanse exportcijfer vermeerderd met alle generaties die daarna in slavernij werden geboren, terwijl dit bij het Noord-Afrikaanse cijfer werd nagelaten. Alsof er in drie eeuwen niet één Europees kind in slavernij werd geboren. Natuurlijke groei van de slavenpopulatie Het duo kan best verwijzen naar het feit dat er in Noord-Afrika veel minder mensen in slavernij werden geboren. Maar zonder kanttekening over de redenen hiervoor is dat argument misleidend. Die waren namelijk niet louter positief. Denk aan de ongeëvenaarde macht die Noord-Afrikaanse slavenmeesters hadden over de seksualiteit van hun slavenpopulatie. Dit kenmerkte zich bijvoorbeeld door relatief veel castraties. De baños, waar Europese mannen, zonder enige interactie met vrouwen, als dieren werden gehouden, zorgden logischerwijs ook voor een sterk verminderde natuurlijke groei. Historicus Paul Lovejoy schreef in 2012 dat “de kenmerken van geleidelijke assimilatie en emancipatie [in de islamitische staten] overeenstemden met de macht van slavenmeesters om de mate van seksualiteit en voortplanting van een populatie naar hun hand te zetten”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat mooie vrouwen en gecastreerde mannen met name in de islamitische rijken in trek waren. De versnelde emancipatie van vrouwen – de grootste categorie slaven in Noord-Afrika – en hun nazaten was bovendien een reden voor het steeds aanvullen van de slavenpopulatie. Ook andere oorzaken, zoals de veronderstelling dat veel vrouwen niet meer konden voortplanten als gevolg van voortdurende seksuele dwangarbeid, zouden een rol hebben gespeeld in een langzamere natuurlijke groei (Lovejoy, 2012). Vrouwen werden naast hun werk in de bediening ook vaak gebruikt als bijvrouw. Daarbij hadden de islamitische eigenaren bij wet recht op seksueel genot van hun slavinnen (Lewis, 1990). Ze konden slechts op een verhoogde status hopen als zij een kind kregen van hun meester, mits deze het erkende. Zulke kinderen werden vaak meteen geadopteerd en dus niet in slavernij geboren. Ook kon de moeder, na de dood van haar meester, rekenen op vrijheid. Het is echter waanzin om dit te laten gelden als positieve oorzaak van een langzaam groeiende slavenpopulatie. Slavendrijvers verdienen immers geen pluspunten voor de verhoogde status van slavinnen die zoiets moesten ondergaan. Die geven we ook niet aan Amerikaanse meesters, die dikwijls een Oom Tom met privileges tolereerden. En wanneer zij kinderen verwekten bij hun Afrikaanse slavinnen wordt bovendien moeiteloos uitgegaan van directe of indirecte seksuele dwang. Waarom zou dit anders zijn voor de Arabische meesters in Noord-Afrika? Dit soort nuanceringen lijkt aan de historici voorbij te gaan. In een ander artikel noemen ze Sowells uitspraak zelfs fake news en “historische onzin op het internet”. Je moet het maar durven opschrijven over een bejaarde geleerde die meer boeken schreef dan een gemiddelde vierdejaars student geschiedenis leest. Als je daarbij bedenkt dat Sowell als socioloog meerdere historische thema’s behandelde, kun je haast niet anders dan je afvragen hoe onpartijdig het duo is. Dat blijkt ook uit het feit dat ze Sowell nergens socioloog noemen, maar “conservatieve econoom” of kortweg “schrijver”. Zo framen ze zelfs Sowells recht van spreken als academicus, vermoedelijk om hun inhoudelijk tegenvallende respons beter te laten landen. De mythe van een betere behandeling De Nederlanders hadden ook een generaliserend antwoord op Sowells legitieme standpunt dat galeislaven in Noord-Afrika het slechter hadden dan plantageslaven in de VS. Want volgens de historici was slavernij in de VS als geheel juist “van een duidelijk ander karakter”. Dit beschouw ik als codetaal voor: “het viel allemaal wel mee met die Noord-Afrikaanse slavernij”. Daarmee doen ze zelf iets waar ze Sowell van beschuldigen: moreel onderscheid maken tussen twee volken en hun slavernijsystemen. Wanneer we echter spreken van vele miljoenen slaven en gruwelpraktijken aan beide zijden, oogt iedere wedijver om de titel van meest of minst erge slavendrijver pervers. Sowell vergeleek specifieke slavencategorieën omwille van een meer gewogen oordeel over de hele linie, in reactie op de scheve verhouding die hij meent te zien in het publieke domein. Of dezelfde motivatie leeft onder de historici is voor mij nog dubieus. De verlichte woorden van wijlen historicus Bernard Lewis bieden een fraai contrast: “Het is niet mijn doel om een morele competitie op touw te zetten…maar om de claims van exclusieve deugd en exclusieve ondeugd te weerleggen en te wijzen op een gemeenschappelijk falen in onze gemeenschappelijke menselijkheid.” Bernard Lewis noemde het een variant van the white man’s burden, om de Arabische slavernij niet te zien voor wat het was: de ontvoering van rond de 10 miljoen slaven in 1000 jaar, zijnde voornamelijk vrouwen en kinderen, waarbij mannen relatief vaak werden gecastreerd (Gordon, 1989; Austin, 1979; Lovejoy, 2012). Het is even arrogant als onjuist om vast te houden aan het idee dat de witte mens, ditmaal door middel van zelfopgelegde schuld, verantwoordelijk is voor het lot van andere volken, aldus Lewis. De inmiddels achterhaalde mythe, dat het slavenleven in Amerika altijd slechter was dan in Afrika, is mede ontstaan door kromme vergelijkingen van geschiedschrijvers in de negentiende eeuw. Zij kwamen dikwijls terug uit Afrika en het Midden-Oosten met het idee dat er geen plantageslavernij bestond in de Arabische gebieden. Zij zagen alleen huiselijke slavernij, waarbij slaven meestal een beter leven leidden. Buiten hun gezichtsveld, voorbij de grote steden waarin ze verbleven, bestond echter wel degelijk economische slavernij. Lewis beschreef ook dit sprookje over een meer humane Arabische slavernij treffend als “een Europese uitvinding die een Europees doel dient”. Wanneer deze nu nog opduikt, moet er haast sprake zijn van selectieve filtering ten bate van een politiek doel. Dat is precies waar Sowell voor waarschuwde. Gevolgen voor vandaag De historici hadden veel te vertellen over de gevolgen die nazaten van slaven nu ervaren in de westerse landen waar ze als minderheid leven. Die impact is reëel en mag zeker niet worden afgezwakt. Maar ook hier mis ik een oprechte hunkering naar balans. Die is bijvoorbeeld te vinden in de impact die het slavernijverleden op de noordelijke helft van Afrika heeft, door nog steeds te bestaan. In Mauritanië worden jaarlijks vele sub-Sahara slaven geboren en ook Libië maakt momenteel (2018) haar zoveelste opleving van slavernij door. Dan is het legitiem om te vragen waarom slavernij in Noord-Afrika zo lang kon doorgaan. Wellicht is een voornamelijk religieuze scheiding tussen slaaf en vrij mens moeilijker af te leren dan een racistische. Deze scheiding is immers niet uit de lucht gegrepen, maar betreft een imitatie van de profeet en stichter van de islam, die zelf vele slaven had. Misschien kwamen racistische en religieuze slavernij geregeld samen in de islamitische staten, zoals uit allerlei historische documenten blijkt, waardoor zwarte Afrikanen in het huidige Tunesië en Marokko nog steeds kampen met een niveau van racisme dat in het huidige Amerika ondenkbaar is. Het moet dan ook gezegd worden dat racisme wel degelijk deel heeft uitgemaakt van de Arabische slavernij. Dat blijkt uit het feit dat sommige zwarte volkeren in Afrika, ondanks hun door de Sharia'a beschermde status als moslim, tot slaaf zijn gemaakt door Arabische overheden. Dit leidde bijvoorbeeld tot verzet van de beroemde zwarte moslimgeleerde Ahmad Baba uit Timboektoe, die herhaaldelijk schreef dat alleen niet-moslimvolkeren tot slaaf mochten worden gemaakt en dat sommige Islamitische overheden uit zijn tijd zich derhalve vergisten wanneer zij zwarte moslims alsnog minder rechten gaven dan geloofsgenoten met een lichtere huidskleur. Referenties naar dit soort ongemakkelijke feiten moeten niet worden gezien als jij-bak maar als een oproep tot minder selectieve filtering van historische en actuele feiten. Over het feit dat het Westen aan de wieg lag van de afschaffing van slavernij in veel islamitische landen, zul je de historici ook niet horen. Maar het is een cruciaal feit, omdat moslimlanden volgens veel geleerden (Lewis, Lovejoy, Gordon, Clarence-Smith, N'Diaye e.a.) niet stonden te springen om hun slaven vrij te laten. Een afschaffingsbeweging, zoals die van christenen in het Groot-Brittannië, was nagenoeg niet-bestaand. De emancipatie werd bereikt met keiharde westerse diplomatie. Dan is het niet vreemd dat er nog steeds maar weinig islamitische historici zijn die het aandurven om dit onderwerp aan te snijden. Bernard Lewis schreef dat het aantal studies naar de slavernij in het Midden-Oosten op één velletje passen, terwijl er duizenden boeken te vinden zijn over de Griekse, Romeinse en trans-Atlantische slavernijen. Toch moet het Westen zich, volgens sommigen, nog altijd meer schamen dan andere culturen. Het is echter de vraag welke regio de meeste achterstand heeft op het gebied van het erkennen en herstellen van de problematische geschiedenis en welke daarin het meest vooruitstrevend is geweest. Morele weegschaal Het heeft er alle schijn van dat enige fixatie op een moreel onderscheid slechts leeft bij de Nederlanders en niet bij Thomas Sowell. Bij het vinden van een passend antwoord op hun onderscheid – dat gevaarlijke gevoelens van superioriteit kan oproepen – is het de vraag wat nu wijsheid is. Is het verwerpelijker dat veel mensen in slavernij werden geboren, of dat deze er juist niet kwamen vanwege gedwongen adoptie na verkrachting en belemmeringen in de voortplanting? Hetzelfde kan gevraagd worden wanneer we castratie, seksslavernij en geïsoleerde slavenkampen plaatsen tegenover de martelpraktijken van de Amerikaanse slavenmeesters. Wat mij betreft is de “wijsheid” dat een moreel onderscheid beter achterwege kan worden gelaten. Sowell riep op tot een dergelijke balans, omdat deze in het Westen lijkt te ontbreken. Dat deed hij met een prikkelende stelling, waarop de historici vermoedelijk het eigen morele onderscheid projecteerde. Het gevolg was een denkbeeldige strijd, die slechts bijdroeg aan het blootleggen van hun eigen ideeën over ras en identiteit. Literatuur Lewis, Bernard; ‘Race and Slavery in the Middle East’, Oxford University Press (1990) Lovejoy, Paul, E.; ‘Transformations in Slavery, a History of Slavery in Africa’, derde editie (2012), Cambridge University Press Gordon, Murray; ‘Slavery in the Arab World’; New Amsterdam Books (1989) Davis, Robert C.; ‘Christian Slaves, Muslim Masters: white slavery in the Mediterranean, the Barbary Coast and Italy, 1500-1800’; Palgrave Macmillan (2003) Clarence-Smith, W.G.; ‘Islam and the Abolition of Slavery’; Hurst & Co. (2006) N'Diaye, Tidiane; ‘Der verschleierte Völkermord’; Rowohlt Verlag (2010) Sowell, Thomas; 'Intellectuals and Race' (2013 Primaire islambronnen: Sahih Bukhari, Sahih Muslim, Sunan an-Nasa’i
door Chris Develing 06 dec., 2023
Veel moslims bekritiseren Israël voor het rigoureus bombarderen van terroristische doelwitten, klinkt vreemd als je weet hoe er in de Islam naar het oorlogsrecht wordt gekeken.
door Chris Develing 07 sep., 2023
Muslims have been accused of bribing people to join Islam or to stop criticism on the religion. Is there a theological basis for such claims? Find out in this article.
door Chris Develing 23 aug., 2023
Ben je verplicht een ander mens in leven te houden? Volgens velen wel, als ze zich buigen over het recente bergklimschandaal op de K2. Maar geldt dat ook voor andere morele dilemma's, zoals abortus?
door Chris Develing 26 jul., 2023
De film 'A man called Otto' beschrijft onbedoeld een deel van de problematiek rond euthanasie in Nederland. Hoe gaat Otto zelf om met deze verzwarende factoren voor zijn doodwens?
MEER ARTIKELEN
Share by: