Lubach pleit voor verdoofde dierenslacht, maar hoe zit het met onverdoofde abortus?

Arjan Lubach vroeg tijdens zijn RTL-show aandacht voor dierenleed bij ritueel slachten. In zijn opening waarschuwde hij opvallend vaak dat er beelden zouden komen die niet voor iedereen geschikt zijn. Maar het was een trucje. Hij liet juist vaak en soms vrij plotseling expliciete animatiebeelden zien om het publiek duidelijk te maken hoe dieren in Nederland worden geslacht. Strijden tegen onnodig dierenleed is een nobel streven. Maar slaan we niet iemand over?
Zelf eet Lubach geen dieren. Daarom benadrukte hij dat er van hem helemaal geen dieren gedood hoeven te worden voor onze consumptie. Maar als we dan tóch dieren slachten, dan wel graag zo pijnlijk mogelijk, vervolgde hij genuanceerd. Niemand kan het daarmee oneens zijn zonder bijna sadistisch over te komen.
Toch was het niet altijd zo. Vroeger, zo vertelt Lubach, maalde de mens niet om dierenleed. In de Oudheid, nog vóór de komst van rituele slachting, deden we maar wat. Waarschijnlijk omdat we niet wisten dat dieren pijn konden ervaren zoals mensen. In die zin was ritueel slachten een verbetering van het lot van dieren. Maar inmiddels gebruiken we in Nederland verdoving. Behalve dan bij rituele slachting volgens joodse of islamitische traditie, want daarvoor geldt een uitzondering.
Bloederige animaties
Lubach laat in de uitzending een paar keer beelden zien die best heftig zijn. Dat gold vooral voor een fragment uit een realityshow. Daarin draait iemand een kip de nek om door het dier hard rond te draaien totdat het lichaam er vanaf valt. Later komen er, zonder waarschuwing, animaties voorbij waarin je ziet dat dieren op een bijzonder bloederige manier om het leven worden gebracht door rituele slachting. Lubach voelde goed aan hoe hij de lach en de traan hier heel dichtbij elkaar kan laten komen, door de animatie een bijna clowneske wending te geven. Bijvoorbeeld toen een koe ondersteboven in een constructie werd gehesen waarna z’n hals van oor tot oor werd doorgesneden. Mensen begonnen te lachen, totdat het wel erg ongemakkelijk werd.
Terwijl Lubach doorvertelt blijft het animatiebloed maar spuiten. Veertig seconden lang, om precies te zijn. Want zo lang duurt het in de praktijk voordat de koe niets meer voelt van zijn onverdoofde slachting. Dit komt omdat koeien een extra slagader hebben nabij de wervelkolom. Die ader neemt de toestroom van bloed naar de hersens over als de hoofdslagader wordt doorgesneden.
Ik snap Lubachs oproep om ritueel slachten te verbieden. Met alle moderne technologie hoeven dieren niet onnodig te lijden. Het is terecht dat Lubach op veel steun mag rekenen, inclusief die van mij. Maar iets irriteert me aan die bijval en het begrip voor zijn gebruik van expliciete beelden.
Taboe
Als er ergens een taboe op ligt, dan is het de vertoning van beelden of animaties waarin wordt getoond hoe een abortus in z’n werk gaat. Heeft u ooit zoiets op RTL4 gezien? Waarschijnlijk niet. Vraagt u zich nooit af waarom dat is, in een land waar - behalve animaties over dierenleed - de meest realistische horrorfilms op televisie komen, om maar te zwijgen van de oorlogsbeelden van dode kinderen? Wat zou er op tegen zijn als activisten, zoals Lubach, een abortus willen uitbeelden? Die beelden bestaan wel en zijn vaak accurater dan de dramatische presentatie van rituele slachting in de show van Lubach. Toch komen ze niet op televisie en worden makers van zulke content beticht van de meest vreselijke wandaden.
Sterker nog, als je slechts een anatomisch model van een mensenfoetus toont, krijg je er van langs door de Nederlandse media. Stichting Schreeuw om Leven stuurde er ooit een aantal naar Tweede Kamerleden. De wereld was te klein, terwijl er niets lugubers aan de modellen te zien was. Ook Gideon van Meijeren, van Forum voor Democratie, werd direct monddood gemaakt toen hij in de Tweede Kamer zo’n model tevoorschijn haalde. De stok om mee te slaan was weliswaar een vermeend verbod op het gebruik van illustratieve hulpmiddelen, maar we weten allemaal dat Kamerleden daar regelmatig gebruik maken. Denk, nota bene, aan het legerhesje van Baudet, een paar jaar eerder. Zelfs toen media later een foto lieten zien van het shirt dat Van Meijeren aanhad, met daarop zo’n foetusmodelletje, wordt het gecensureerd alsof er iets bloederigs te zien was. Ik moet ook denken aan een reclame van Wakker Dier, waarin een jong varken werd geplaatst in een benarde situatie, om te illustreren hoe weinig ruimte de slachtdieren tijdens hun leven krijgen.
Daar zit een groot deel van mijn irritatie. Twee groepen die opkomen voor lijdende wezens. De een voor dieren, de ander voor ongeboren kinderen. Beide groepen hebben een standpunt dat ongemak opwekt in de samenleving. Maar de een krijgt alle ruimte terwijl de ander hevige censuur over zich heen krijgt. Het ironische daarvan is dat beelden van uit elkaar getrokken foetussen voor de meeste kijkers veel schokkender zijn dan beelden van dierenslachting. Maar als het zo schokkend is, dan zegt dat toch iets over hoe we écht denken over die praktijk?
Pijnbeleving
Behalve de animatiebeelden is er nóg een dubbele maatstaf als het gaat om dierenactivisten en prolifers: de wetenschappelijke discussie rondom pijnbeleving. Voor ongeboren kinderen geldt evengoed dat ze zonder verdoving worden omgebracht. Net als bij dierenslachting horen we soms het excuus dat de navelstreng wordt doorgesneden voordat de abortus begint. Maar, net als bij dierenslachting, gaat die vlieger niet op. Een ongeboren kind voelt weliswaar niets van het doorhalen van een navelstreng, maar het stikt evengoed doordat de zuurstof naar de hersenen langzaam wegvalt.
Nu is het wel zo dat ongeboren kinderen niet vanaf de bevruchting pijn kunnen ervaren. Die capaciteit ontstaat verderop in de zwangerschap. Wanneer precies blijft onbekend. De meeste neurowetenschappers schatten dat moment niet eerder dan 24 weken, maar dankzij nieuwe wetenschappelijke inzichten klinkt er steeds meer kritiek op die visie. De bottom-line is dat we niet kúnnen weten wanneer een ongeboren kind pijn kan ervaren, omdat we het simpelweg niet kunnen vragen. Op dat moment zou het voorzorgsprincipe in werking moeten treden: als je niet weet of vreselijke gevolgen kunnen worden uitgesloten, dan neem je maatregelen of doe je het niet.
De reactie op deze vergelijking is dikwijls dat ik een categoriefout maak. Ongeboren kinderen zijn immers nog niet geboren, maar de koeien en kippen van Lubach wel. Maar ook ongeboren dieren krijgen nu al bescherming, nota bene omdát niet bewezen kan worden dat ze geen pijn kunnen lijden. De dubbele maatstaf is helder: voor dieren geldt het voorzorgsprincipe, voor mensen niet.
Voortschrijdend inzicht
Zoals met alles is er bij de pijnbeleving van dieren sprake van voortschrijdend inzicht. Vroeger stond men niet stil bij het leed van dieren. Later bleek uit onderzoek dat ze pijn lijden, waarna sommige landen maatregelen namen. Zo is het ook met mensen gegaan. Van pasgeboren baby’s werd bijvoorbeeld gedacht dat ze nog geen pijn konden ervaren. Wie denkt dat ik het nu ook over de Oudheid heb, heeft het mis. Tot diep in de jaren tachtig opereerden artsen zonder verdoving op pasgeboren baby’s. Een gruwelijke misstand die sinds die tijd is verdwenen dankzij meer inzicht in de pijnbeleving van pasgeboren kinderen. Maar het lijkt erop dat we nu opnieuw dezelfde fout maken, dit keer bij kinderen die nog niet zijn geboren. Althans, die kinderen die worden geaborteerd. Wanneer een kind van dezelfde leeftijd in de baarmoeder wordt geopereerd, bijvoorbeeld voor een bloedtransfusie, krijgt deze wél verdoving. Is dat niet vreemd?
Alles afwegend kan ik het niet oneens zijn met Lubach. Hoewel ik wel vlees eet, wil ik met hem strijden voor betere omstandigheden van dieren en een pijnloze slachting. In zekere zin liggen de doelen van dieren- en prolife-activisten in elkaars verlengde. Dáár, op het snijpunt van pijnbeleving en verdoving, kunnen ze elkaar vinden als ze oprecht geven om wezens met een betekenisvolle capaciteit tot fysiek lijden. Helaas moet ik de eerste dierenactivist die mijn kant van de brug wil bewandelen nog tegenkomen. Maar er is hoop! Wie heeft het telefoonnummer van Arjan Lubach?




